Ga terug naar de startpagina van de gebedstrijd website!
Ga terug naar de startpagina van deze site!

dinsdag 26 februari 2008

Het paardentuig van de Heer

Bill Britton
Bron:http://www.indehuizen.nl/Datum : 22-08-2003

Het was op een voorgangersconferentie en conventie in Tulsa, Oklahoma, dat God me een visioen gaf dat ik met u wil delen, aangaande het harnassen (harnessing betekent zowel: een harnas aantrekken, bewapenen, als: in het gareel brengen [harness = paardentuig], dienst­baar maken) van onze eigen wil.

Er zijn meer dan 30 voorgangers aanwezig in deze speciale ochtenddienst, en God, de Vader der Geesten was aanwezig om te handelen met Zijn zonen, om hen te corrigeren en te disciplineren tot absolute gehoorzaamheid aan Zijn wil. Er was zulk een strenge behandeling in de Geest, dat niemand naar de spreekstoel kon gaan en het woord voeren, er was een tegenzin onder de voorgangers om ook maar iets te zeggen, behalve dat wat direct door de Geest werd opgedragen. En zoals die mannen Gods daar zaten in de ontzaglijke aanwezigheid van de Almachtige God, sommigen van hen met vele jaren bediening, -sommigen zendelingen, allen in staat om op te staan en een krachtige preek te preken, kwam ìk onder de indruk door de manier waarop zij de discipline van de Geest beantwoordden. En temidden van dit geweldige handelen van God met onze geesten, gaf de Heilige Geest me een visioen....


S'Konings rijtuig Op een zandweg middenin het wijde veld stond een prachtig rijtuig, iets in de orde van een diligence, maar helemaal gevat in goud, en met prachtig snijwerk. Het werd getrokken door zes grote kastanjebruine paarden, twee aan kop, twee in het midden en twee achteraan. Maar zij waren niet in beweging, ze trokken het rijtuig niet, en ik vroeg me af waarom. Toen zag ik de bestuurder onder het rijtuig op de grond op zijn rug, net achter de hoeven van de achterste twee paarden aan het werk met iets tussen de voorwielen van het rijtuig. Ik dacht, "Tjonge; hij ligt dáár gevaarlijk"; want als één van die paarden achteruit zou trappen of stappen, konden ze hem wel doden, of als ze zouden besluiten om voorwaarts te gaan, of ergens door verschrikt worden, dan zouden ze het rijtuig zó over hem heen trekken. Maar hij leek niet bang te zijn, want hij wist dat de paarden gedisciplineerd waren en niet zouden bewegen vóórdat hij ze opdracht gaf. De paarden stonden niet met hun voeten te stampen, of onrustig te doen, en hoewel er belletjes aan hun voeten waren, rinkelden de belletjes niet. Er waren pompons (kwasten) op hun paardentuig ("harness") boven hun hoofden, maar de pompons bewogen niet. Ze stonden eenvoudig stil en rustig, wachtende op de stem van de Meester.


Twee jonge veulens in het veldTerwijl ik naar de ingespannen ("geharnaste") paarden keek, merkte ik twee jonge veulens op die uit het open veld kwamen, en zij naderden het rijtuig en schenen tegen de paarden te zeggen, “Kom mee en speel met ons, we hebben allerlei fijne spelletjes, we zullen hardrennen met jullie, kom, vang ons." En daarbij gooiden de veulens hun hoeven op, sloegen met hun staart en renden dwars over het open veld. Maar toen ze achterom keken en zagen dat de paarden niet meekwamen, begrepen ze er niets van. Ze wisten niets af van marteltuigen, en konden niet begrijpen waarom de paarden niet wilden spelen. Dus riepen ze ze toe: "Waarom rennen jullie niet met ons? Zijn jullie moe? Zijn jullie te zwak? Hebben jullie geen kracht om te lopen? Jullie zijn veel te plechtstatig, jullie hebben meer levensvreugde nodig." Maar de paarden antwoordden met geen woord, evenmin stampten ze met hun voeten of schudden hun hoofd. Maar ze stonden daar, rustig en stil, wachtende op de stem van de Meester.


En weer riepen de veulens hen toe: "Waarom staan jullie daar zo in de hete zon? Kom naar deze kant in de schaduw van deze lekkere boom. Kijk eens hoe groen het gras is? Jullie hebben vast honger, kom bij ons grazen, het is zo groen en zo goed. Jullie zien er dorstig uit, kom drinken van onze vele stroompjes koel helder water." Maar de paarden antwoordden hen nog niet met een blik, maar stonden daar stil, wachtende op het commando om voorwaarts te gaan met de Koning.


Veulens in de manege van de Meester.En toen wisselde de scène, en ik zag lassostrikken vallen rond de nek van de twee veulens, en zij werden afgevoerd naar de manege van de Meester voor training en discipline. Wat waren ze droevig toen de lieflijke groene velden verdwenen, en zij in de Gevangenschap van de Manege werden gezet met zijn bruine stof en hoge hek. De veulens renden van hek tot hek, op zoek naar vrijheid, maar merkten dat zij gevangen zaten in deze plaats van training En toen begon de Trainer. met ze te werken, met zijn Zweep en zijn Toom. Wât een. dood, voor hun die heel hun leven gewend waren geweest aan zó’ n vrijheid. Ze konden de reden niet begrijpen voor deze marteling, deze vreselijke discipline. Wat voor grote misdaad hadden ze begaan om dit te verdienen? Ze wisten weinig af van de verantwoordelijkheid die de hunne zou worden wanneer ze zich gevoegd hadden naar de discipline, geleerd hadden hun meester volkomen te gehoorzamen, en hun training voltooid hadden. Al wat ze wisten was, dat deze bewerking het vreselijkste was wat ze óóit gekend hadden.


Onderwerping en rebellie.Eén van de veulens rebelleerde tegen de training, en zei: "Dit is niets voor mij. Ik houd van mijn vrijheid, mijn groene heuvels, mijn vloeiende stromen van fris water. Ik neem deze gevangen­schap, deze vreselijke training niet langer." Dus vond hij een uitweg, sprong over het hek en rende blij terug naar de grazige weiden. En ik stond versteld dat de Meester hem liet gaan, en niet achter hem aan ging. Maar hij wijdde zijn aandacht aan het overgebleven veulen. Dit veulen besloot, hoewel het dezelfde gelegenheid had om te ontsnappen, om zijn eigen wil te onderwer­pen, en de wegen van de Meester te leren. En de training werd zwaarder dan ooit, maar hij leerde snel meer en meer de geringste wens van zijn Meester te gehoorzamen, en te reageren zelfs op de kalmte van Diens stem. En ik zag in dat als er geen training, geen beproeving geweest was, er noch onderwerping, noch rebellie was geweest van het éne noch het andere veulen. Want in het veld hadden ze niet de keus om te rebelleren of zich te onderwerpen, ze waren zonder zonde in hun onschuld. Maar eenmaal gebracht naar de plats van beproeving en training en discipline, werd de gehoorzaamheid van de een aan het licht gebracht, en de rebellie die verborgen lag in het hart van de ander. En ofschoon het veilige r leek om niet naar de plaats van discipline te komen vanwege het risico een rebel bevonden te worden, zag ik toch in, dat zonder dit er geen deelhebben aan Zijn glorie kon zijn, geen Zoonschap.


Het paardentuig aanTenslotte was deze periode van training voorbij. Werd hij nu beloond met z'n vrijheid, en teruggestuurd naar zijn vrienden? Oh nee. Maar een grotere inperking ("confinement" ) dan ooit vond nu plaats, een paardentuig viel om zijn schouder. Nu merkte hij dat er niet eens de vrijheid was om in de kleine manege rond te lopen, want in het paardentuig kon hij zich alleen bewegen waarheen en wanneer zijn meester sprak. En tenzij de Meester sprak, stond hij stil.


De scène wisselde, en ik zag het andere veulen staan op de flank van een heuvel, knabbelend aan wat gras. Toen kwam, door de velden de weg af, het rijtuig van de koning, getrokken door zes paarden. Met verbijstering zag hij dat aan kop, aan de rechter­kant, zijn broederveulen liep, nu sterk en volwassen geworden op het goede graan in de stal van de Meester. Hij zag de mooie pompons wiegend in de wind, merkte het glinsterende goudomrande paardentuig op rondom zijn broer, hoorde het prachtige gerinkel van de belletjes aan zijn voeten... en jaloezie kwam zijn hart binnen. Zó klaagde hij tegen zichzelf: "Waarom is mijn broer zo vereerd, en wordt er naar mij niet omgekeken? Ze hebben geen belletjes aan míjn voeten gedaan, of pompons op mijn hoofd. De Meester heeft míj niet de heerlijke verantwoordelijkheid gegeven om Zijn rijtuig te trekken, niet zijn gouden paardentuig om mij heen gelegd. Waarom hebben ze mijn broeder gekozen in plaats van mij?" En door de geest kwam het antwoord tot mij terug, terwijl ik toekeek. "Omdat één zich onderworpen heft aan de wil en de discipline van de Meester, en één gerebelleerd heeft, aldus is één gekozen en de ander aan de kant gezet.”


Een hongersnood in het land.Toen zag ik een grote droogte door het landschap razen, en het groene gras dood en droog worden, bruin en bros. De kleine waterstroompjes droogden op, hielden op te stromen, en er was alleen nog een klein modderig poeltje hier en daar. Ik zag het kleine veulen (ik stond versteld dat het nooit scheen te groeien of volwassen te worden) terwijl hij hierheen en daarheen rende, door de velden, op zoek naar verse stroompjes en groene weiden, zonder ze te vinden. Toch bleef hij rennen, naar het scheen in cirkels, almaar zoekende naar iets om zijn uitgehongerde geest te voeden. Maar er was hongersnood in het land, en de rijke groene weiden en vloeiende stromen van gisteren waren niet te verkrij­gen. En op een dag stond het veulen op de heuvelkant, op zwakke en wiebelige benen, zich afvragende waar hij nu weer heen moest gaan om voedsel te vinden, en hoe hij kracht moest krijgen om te gaan. Het leek allemaal niet te helpen, want goed voedsel en vloeiende stromen waren iets van het verleden, en alle inspan­ningen om meer te vinden deden alleen maar een aanslag op zijn tanende kracht. Plotseling zag hij het rijtuig van de Koning de weg afkomen, getrokken door zes grote paarden. En hij zag zijn broer, vet en sterk, zichtbaar gespierd, glanzend (welgedaan) en mooi opgemaakt en verzorgd. Zijn hart was verbaasd en verbijsterd en hij riep uit: "Mijn broeder, waar vind jij het voedsel om je sterk en vet te houden in deze dagen van hongersnood?


Ik ben overal heen gerend in mijn vrijheid, speurend naar voedsel, en ik vind niets. Waar vind jij, in je schrikwekkende gevangenschap, voedsel in deze tijd van droogte? Zeg het me, alsjeblieft, want ik moet het weten!" En toen kwam er een antwoord terug van een stem vol victorie en lofprijs: "In het Huis van mijn Meester, daar is een verborgen plaats in de beperkende gevangenschap van Zijn stallen waar hij me voedert met Zijn eigen Hand, en Zijn graanschuren raken nooit leeg, en Zijn bronwel droogt nooit op." En daarmee gaf de Heer me te kennen dat in de dagen dat mensen zwak zijn en verhongerd in hun geesten in de tijd van geestelijke hongersnood, dat zij die hun eigen wil verloren hebben, en gekomen zijn in de verborgen plaats van de Allerhoogste, in de volslagen gevangenschap van Zijn volmaakte wil, overvloed zullen hebben van het graan des hemels, en een nooit eindigende stroom van fris water. En daarmee eindigde het visioen.

Interpretatie van het visioen
"Schrijf het visioen op, en stel het duidelijk op op tafelen, zodat wie voorbijgaat het kan lezen." (Habakuk 2:2)
“Spant de paarden in~, en stijgt op, gij ruiters!" (Jer. 46:4)


Ik ben er zeker van dat velen van u, die horen kunnen wat de Geest tot de Gemeente zegt, al ingezien hebben wat God toont in het visioen. Maar laat me het duidelijk maken. Geboren zijn in het Gezin van God, grazen op de groene weiden en drinken van de vele stromen van de zich ontvouwende.openbaring van Zijn plan is heerlijk en geweldig. Maar het is niet genoeg. Zolang we kinderen waren, jong en gedisciplineerd; alleen ingeperkt door het buitenste hek van de wet dat rondom de buitengrenzen van de weiden liep, (dat ons er van af hield om op de donkere weiden van giftige zaden te komen), was Hij ermee tevreden om ons te zien ontwikkelen en opgroeien tot jonge mannelijkheid, geestelijk gesproken. Maar de tijd kwam, voor hen die graasden op Zijn weiden, dat ze gebracht moesten worden onder discipline of "opvoeding", met het doel om hen tot volwassen Zoons te maken. Velen van de kinderen vandaag kunnen niet begrijpen, waarom sommigen van hen die het paardentuig van God hebben aangedaan niet enthousiast kunnen worden over de vele religieuze spelletjes en speelse sprongen van de onrijpen. Zij vragen zich af waarom zij die gedisciplineerd zijn niet achter elke nieuwe openbaring aanhollen, of zich voeden met iedere gelegenheid om betrokken te zijn bij voor het oog "goede en nuttige" religieuze activiteiten. Zij vragen zich af waarom sommigen niet met hen willen hardrennen in hun verwoede pogingen om grote werken te bouwen en geweldige en aanzienlijke bedieningen. Zij kunnen niet het simpele feit begrijpen, dat deze Gemeenschap van heiligen wacht op de stem van de Meester, en zij horen God niet in al deze uiterlijke activiteit. Zij zullen in beweging komen op hun tijd, wanneer de Meester spreekt. Maar niet eerder, hoewel er vele verleidingen komen van de speelse veulens. En de veulens kunnen niet begrij­pen waarom zij die voor het oog grote capaciteiten en kracht hebben daar geen goed gebruik van maken. "Zorg dat je dat rijtuig de weg op krijgt", zeggen zij, maar zij die gedisciplineerd zijn, die Gods paardentuig aanhebben, weten beter dan om in beweging te komen voordat ze de stem van de Meester horen. Zij zullen op hun tijd in beweging komen, met grote vastberadenheid, en grote verantwoordelijkheid.


En de Heer deed mij weten, dat er velen waren die Hij in zijn training gebracht had, die gerebelleerd hadden tegen de discipli­ne, de kastijding van de Vader. En aan hun kon niet de verantwoordelijkheid van volwassen Zoonschap worden toevertrouwd, dus liet hij hen teruggaan naar hun vrijheid, terug naar hun religieuze activiteiten en openbaringen en gaven. Ze zijn altijd nog zijn volk, grazen nog op Zijn weiden, maar Hij heeft ze opzij gezet aangaande de grote doeleinden voor dit einde der Eeuwen.


En Hij liet me zien dat ofschoon de kastijding smartelijk scheen voor het ogenblik, en de discipline moeilijk te verdragen, toch het resultaat met al de glorie van het Zoonschap het allemaal waard is, en de glorie die volgt, het lijden dat we verduren ver te boven gaat. En hoewel sommigen zelfs hun leven laten in de training, zij toch net zo zullen delen in de glorie van Zijn eeuwige doeleinden.


Dus verslap niet, heiligen Gods, want het is de Heer die u in gevangenschap brengt, en niet uw vijand. Het is voor uw bestwil, en voor Zijn glorie, dus verdraag alle dingen met lofprijs en dankzegging, dat Hij u waardig heeft geacht om Zijn glorie te delen! Vrees gij niet de zweep in Zijn hand, want het is niet om u te straffen, maar om u te corrigeren en te trainen, opdat u zoud mogen komen in onderwerping aan Zijn wil, en naar Zijn gelijkenis bevonden moogt worden in dàt uur. Verblijdt gij u in beproevingen, in al uw wederwaardigheden, en roem gij in Zijn kruis, en in de beperkende gevangenschap van Zijn paardentuig, want Hij heeft u uitverkoren, en Hij heeft de verantwoordelijkheid op Zichzelf genomen om u sterk en welgemoed te houden, dus steun op Hem, en vertrouw niet op uw eigen kunnen en uw eigen inzicht. Zo zult gij gevoed worden, en Zijn hand zal op u zijn, en Zij glorie zal u overschaduwen en zal dóór u vloeien als hij opkomt om de aarde te bedekken. Glorie aan God! Prijs de Here, Hij is wonderbaar! Laat Hem Heer van uw Leven zijn, vrienden, en klaag niet om wat hij doet geschieden in uw leven.


Overvloed in de tijd van hongersnoodWant in het uur dat hongersnood het land geselt, zal Hij met Zijn eigen hand hén voeden, die onderworpen zijn aan Zijn volmaakte wil, en die verblijven in de verborgen plaats van de Allerhoog­ste. Wanneer verschrikking het land besluipt, zullen degenen in Zijn paardentuig niet bang zijn, want zij zullen Zijn bit en toom voelen en de leiding van Zijn Geest kennen. Wanneer anderen zwak en broos en angstig zijn, zullen er mensen zijn die krachtig zijn in de sterkte van Zijn macht, en aan geen goed gebrek hebben. In het uur, dat de tradities van de religieuze systemen vals gebleken zijn, en hun stromen zijn opgedroogd, dan zullen Zijn uitverkorenen naar voren treden met het ware Woord van de Heer. Dus verblijdt u, Zonen van God, dat u uitverkoren bent door Zijn genade voor dit grote werk in dit laatste uur.


Het hek dat de veulens binnen hun eigen graslanden en hun eigen weiden hield betekent niets voor het span in het paardentuig, want de poorten gaan voor hen open, en zij treden naar buiten, trekken het rijtuig van de Koning naar vele vreemde en wonderbare plaat­sen. Zij staan niet stil om de giftige kruiden van de zonde te eten, want zij voederen zich alleen in de stal van de Meester. Deze velden vertrappen zij onder hun voeten, terwijl ze uittrek­ken voor de zaak van de Koning. En aldus is er voor hen, die tot volkomen onderwerping aan Zijn wil gebracht zijn, geen wet. Want zij bewegen zich in de genade Gods, alleen geleid door Zijn Geest, waar alle dingen wettig zijn maar niet alle dingen nuttig. Dit is gevaarlijk terrein voor wie ongedisciplineerd zijn, en velen zijn omgekomen in de zonde als zij over het hek sprongen zonder Zijn paardentuig en Zijn toom. Sommigen hebben van zichzelf gedacht dat ze volkomen in het paardentuig en onderdanig aan Hem waren, enkel om te ontdekken dat in een of andere dwarsstraat van hun leven rebellie en eigenwilligheid woonde. Laten wij v6ôr Hem wachten totdat hij een strik om ons werpt en ons optrekt naar Zijn plaats van training. En. laten wij leren van het handelen van God en de bewegingen van Zijn Geest totdat we tenslotte Zijn paardentuig om ons heen voelen vallen, en Zijn stem ons horen leiden. Dan zijn we veilig voor de strikken en valkuilen van de zonde, en dan zullen wij in Zijn huis verblijven voor eeuwig!


Besluit - door Ross DavidsDank God voor heiligen die in vroeger dagen getrouw zijn geweest om de boodschap van de Heilige Geest bekend te maken, in weerwil van de tegenstand van de wil van mensen. Ja, vele malen bedoelen we het goed, maar hoe gemakkelijk is het om geleid te worden door onze eigen gedachten, zoals Petrus toen Jezus de boodschap voor dat ogenblik bekend maakte. Het was zo gemakkelijk om te vallen uit het rijk van de openbaring, "Gij zijt de Christus", en in het rijk van de gedachten, waar we een kanaal kunnen zijn voor de vijand.


In dit uur roept God een volk om hun eigen wil, verlangens en plannen over te geven, hoe goed zij ook schijnen te zijn, en hun kruis op te nemen; dat zij hun eigen leven verliezen en, vanuit een ervaring van dood-aan-het-zelf, een dimensie van Zijn opstanding vinden, nog in dit sterfelijk lichaam. Want het is naar de maat dat we leeggemaakt zijn dat we gevuld zullen worden: het is naar de mate dat wij dood zijn dat we opgewekt zullen worden; het is naar welke maat wij horen en doen dat wij zullen ontvangen, niet alleen in deze wereld maar in de toekomende.


De gave en de genade van de redding hebben niets te maken met de beloning die wij in heerlijkheid ontvangen. Wij bepalen door onze eigen verlangens en bésluiten onze bestemming in God. De keus is aan ons. Een baby geboren in een landhuis kan zijn dagen eindigen in armoede, door af te vallen en de grondslagen van succes aan de kant te schuiven. De menigten in de hemel zullen niet meeregeren met Christus en de overwinnaars, vanwege de besluiten die zij nu nemen. Want er is een enorm verschil tussen gered worden als door vuur heen, en verheerlijkt worden met Hem.


De Bijbel zegt "God doet de eenzame wonen in een huisgezin; Hij voert naar buiten hen die gebonden zijn met ketenen; maar de weerspannigen (die rebelleren) wonen in een dor land." Psalm 68:6 God wil dat wij ons onderwerpen aan Zijn wil, Zijn stem horen, onderwijzing en kastijding ontvangen, want met de maat waarmee we Zijn woord meten, zal ons gegeven worden. Herinner u de jaren van overvloed toen Jozef de graanschuren vulde. Amos 8:11 zegt "Zie, de dagen komen, zegt de Here God, dat ik een honger in het land zal zenden, niet een honger naar brood, noch een dorst naar water, maar om de woorden des Heren te horen."

Beschouw de gelijkenis van het Paardentuig van de Heer; beschouw de twee veulens en neem in uw hart het besluit dat u een vreugde wilt zijn voor uw hemelse Vader, niet alleen nu, maar in het Koninkrijk van de toekomende eeuw.

Amen.

Geen opmerkingen:

Ga terug naar de startpagina van de gebedstrijd website!
Ga terug naar de startpagina van deze site!