Bron: streamsofpower.org
Ik bevond mij in een kleine kerk waarvan de muren wit gepleisterd waren.Plotsklaps was er een soort van blikseminslag en de muur achter het spreekgestoelte werd van boven naar beneden in tweeën gescheurd. De muren van de kerk storten in elkaar en de mensen sloegen op de vlucht. Tot mijn verbazing bleef er een kleine groep over. Ze waren onbevreesd en gingen door met het aanbidden van God.
Ineens bevond ik me ergens buiten die kerk. Voor mij stond een reusachtige eikenboom. Hij zag majestueus uit. Even plotseling als in het vorige gezicht was daar weer die blikseminslag. De grote reus werd door de midden gespleten en beide helften vielen uiteen. Tijdens de val zag ik direct dat de grote mooie boom van binnen ziek en verrot was. Er was weinig voor nodig geweest om de reus te vellen.
In dit gezicht was er ook iets om mij over te verbazen. Binnen in de eik was reeds een jonge gezonde loot gegroeid.
Daarna sprak de Heer tot mij: De beide gezichten vertellen hetzelfde. Zowel de kleine kerk als de grote eik spreken van Mijn kerk die aangetast en ziek is van binnen. Van buiten lijkt ‘t prachtig, maar het is enkel de buitenkant. De maat is vol, de tijd is rijp dat Ik mijn reinigende en heiligende vuur ga zenden. Velen zullen daarvoor op de vlucht slaan. Reeds nu ben ik bezig om mijn kinderen voor te bereiden. Wat over zal blijven zal mijn echte kerk zijn. Vormen en structuren die vele seizoenen doorstaan hebben zullen komen te vervallen, maar de wereld zal dan datgene gaan zien waar ze reikhalzend naar heeft uitgekeken - de zonen Gods.
Nog eenmaal zag ik de mensen van de kleine kerk. Ik zag de wereld komen kijken.
De muren waren gevallen en de kerk was zichtbaar geworden.
Januari 2000
Geen opmerkingen:
Een reactie posten